ZWIJGENDE BOOSHEID

ZWIJGENDE BOOSHEID

Jouw stilte doet mijn oren pijn
betekent dat wellicht mijn straf
Die zwijgende stem, vol venijn
dat eeuwig zwijgen als het graf

Jouw stilte, is dat onvermogen
weet jij je met jezelf geen raad
Voor mij wijzig je zienderogen
je ogen zien nu immers kwaad

Jouw stilte lijkt het verstoppen
van de boosheid in het zwijgen
Doch dat hoort bij domkoppen
die een tel hun zin niet krijgen

Jouw stilte maakt je eenzaam
alles uitpraten valt je te zwaar
Zeg toch vol liefde mijn naam
voel jij je dan nòg net zo naar

Jouw stilte ‘t laat mij schreien
laat het toch niet langer zo zijn
Laat ons bijgevolg even vrijen
ja, dan vergeten we onze pijn